Ze wachten met z’n tweeën. Hangend over het stuur van hun meisjesfietsen. Grote manden voorop. Dikke schooltassen erin. De blikken zijn licht verveeld, maar toch vol verwachting.

Het hoort bij de spandoeken waarop in grote letters staat dat “de scholen weer begonnen zijn”; Scholieren, strategisch op een hoek van de straat, wachtend op hun klasgenoten. In de brugklassen ontstaan nieuwe vriendschappen, op basis van postcode. Groepen groeien, van twee naar drie, naar zes of soms nog meer scholieren. Kleine stroompjes scholieren worden grotere. Een colonne ontstaat, drommend nabij de fietsenhokken van de nieuwe grote school. Gesprekken worden gevoerd. Over muziek. Over de eerste stappen in de liefde. Over die nieuwe van Frans. Over niks.

Ondanks het vertrouwde tafereel kijk ik ervan op, vanuit mijn trein. Deze dames staan midden in een uitgestrekte polder. Plaats van handeling is het Elandpad, in de buurt van Dronten. Het verbindt de Elandweg, een lange boerenweg die van Lelystad naar Dronten en het Ketelmeer loopt, met de woonwijken van Dronten.

Deze dames komen van ver, zijn niet bang voor een stukje fietsen. Het strategisch punt waar hun wegen naar school samenkomen ligt niet op een straathoek, maar in de leegte tussen boerderijen. Het principe is hetzelfde. De schaal is anders. Deze meiden denken groot. Dat zegt iets over mij.

Scholieren op het Elandpad bij Dronten. In een flits schieten ze aan mij voorbij in de platte polder. Eigenlijk heel logisch, maar toch: je verwacht het niet.