Een onmetelijk hoog geluidscherm scheidt het snelwegleven van de Amersfoortse buitenwereld. Aan de ene kant raast de A28 zes banen dik, aan de andere kant buigt een straat met een zachte ronding om een groep rododendrons. Een treurwilg danst met zijn takken in de zomerzon. Een balkon getooid in bloemen. Een bordje waarschuwt voor drempels. In de verte blaft een hond.

Dat is geen toeval. Bordjes wijzen de weg naar de hondenvereniging ”t Haartje’. Op zaterdagmorgen zullen de stationwagens in colonne de flauwe bocht nemen, als de baasjes met hun honden de gang naar de gehoorzaamheidstraining maken. Auto’s met flinke achterbakken, soms met een afrastering gescheiden van het voorgedeelte. Kluiven en rubberen speeltjes en een hondenpootje van modder op de achterbank. Dekens vol met haren. De geur van hond. De ongeduldige viervoeters spits toekijkend achterin. Zijn we er al? Het grasveld lonkt.

Achter elkaar draaien ze de smalle weg op, stapvoets langs dat grote betonnen scherm. Tot ze bij de het viaduct van de Heiligenbergerweg zijn. Onder het viaduct is er alleen een lage betonnen rand, met een vervallen bouwhek. De straat kust het asfalt van de snelweg. Tussen hen in nauwelijks een halve meter. Hier kunnen de honden en hun baasjes voor een tel een glimp opvangen van dat lege, parallele universum. En dan stapvoets weer verder langs de achterkant van het bruinrode beton, dat al hun geblaf zal smoren.