Voor een goede wijn fiets ik om. Voor een goede friet niet. Zo simpel liggen die dingen. Maar hoe weet je wat goed is? ‘Van horen zeggen’ is voor allerlei zaken een garantie voor kwaliteit, maar eerlijk gezegd heb ik het op feesten en partijen nog nooit over de beste patat van de stad gehad. Frieten zijn nu eenmaal geen sexy onderwerp. Staat de plastic bak met patat eenmaal dampend voor je dan komen het ‘beste frietje van Nederland’ opeens wel ter sprake. Niet toevallig worden deze patatten meestal verkocht op de plek van de jeugd van de eters. Niets is misleidender dan de eigen herinnering.

Toch is er in hoofdstraat van Sassenheim een cafetaria gevestigd met de naam ‘Men zegt’. Het lijkt erop alsof mensen hier dus omfietsen voor hun frieten. Dat de verhalen rondgaan tot in de wijde omtrek. Maar wat zegt men eigenlijk over een snackbar? Dat de friet inderdaad goed is? Knapperig van buiten en zacht van binnen? Lekker dik, of juist lekker smal? Dat de kroketten weer smullen waren? Dat op zaterdagavond rond zessen de rij niet al te lang is? Dat je er terecht kunt voor een praatje?

Men Zegt is op het eerste gezicht een gewone snackbar (het woord ‘cafetaria’ heb ik nooit geasocieerd met frituur en vermijd ik hier derhalve, om over verhaspelingen als ‘snacktaria‘ en dergelijke nog maar te zwijgen). Er is een grote vitrine waarin de frikadellen vergezeld gaan van rechtopstaande groene nepsla. Langs de ramen staan versleten kersenhouten meubeltjes. Afgebladderde letters wijzen erop dat een consumptie verplicht is. Een groot scherm met allerhande burgers, bamischijven en bitterballen hangt tegen de muur. Achter de vitrine staat personeel dat zijn wortels heeft in het verre oosten. Zij hebben ongetwijfeld ook een aandeel in het Chinees restaurant van hiernaast.

MenZegt

Ik vraag de man naar de herkomst van de bijzondere naam van hun zaak. Zijn antwoord is even simpel als onverwacht. ‘De naam is al oud. heel oud. Zeker dertig jaar. Toen wij de zaak overnamen was de naam er al. En als men zegt dat het goed is, waarom zou je het dan veranderen? Als je het dan hetzelfde houdt als het was, dan blijft het immers goed.’

Doelt hij nu op de naam van zijn zaak of de kwaliteit van zijn friet? In het eerste geval snijdt de redenering hout. Geen kekke nieuwe naam of marketingtrucs, maar het eenvoudige opportunisme van een hardwerkende ondernemer. Heel Sassenheim kent Men Zegt, dus blijft het gewoon Men Zegt.
In het tweede geval blijkt stilstand wellicht achteruitgang. Het zal niet leiden tot beroemde friet waar tot in Leiden en Haarlem over wordt gepraat. Vooruitstrevend is het niet. Maar dat hoeft ook niet, voor een snackbar in Sassenheim. De Sassenheimer vaders uit de buurt komen toch wel op zaterdagavond, zodat de Sassenheimer kinderen de friet van Men Zegt zich zullen herinneren als de beste van de wereld.