Utrecht Centraal is een pijpenlaatje geworden. Niet de terminal zelf. Daar baden de reizigers in ruimte en licht. Niet voor niets is de term ‘station’ vervangen door ‘OV-terminal’. Een gemiddeld hangar op Schiphol valt erbij in het niets. Uit alles moet blijken dat de reiziger nietig is. Een klein bijtje in een grote korf.

Het pijpenlaatje is het laatste stukje van de terminal dat nog moet worden verbouwd, het gedeelte tussen spoor 5 en spoor 18, waar vroeger het blauwe bord hing. Daar persen de forensen zich over houten planken door een slurf die alle uitzicht op de werkzaamheden en de rest van de samenleving ontneemt.

Te midden van dat alles is de ontmoeting tussen twee vrouwen. Ze hebben elkaar lang niet gezien. Of gisteren nog, dat weet je nooit bij vrouwen. Midden in dat pijpenlaatje, in de massa die ochtendspits heet, krijgen ze elkaar in het oog. Ze lopen elkaar tegemoet – zo goed en kwaad als dat gaat – en omhelzen elkaar. Er klinken enthousiaste gilletjes en wensen. ‘Meid, wat toevállig! Alles goed met je ?’ Dat werk. De bijtjes in de bijenkorf zijn voor een paar seconden toeschouwer geworden in een authentiek toneelstuk: het spitsweerzien. Maar stil staan ze niet. De ochtendspits gaat door.

foto: Hegeman