Waar begint Ameland? Zo’n vraag komt in mij op als ik over de A32 naar het noorden rijd. Voorbij Heerenveen wordt het snel drukker. Ineens is daar het bord met Werpsterhoek erop. Leeuwarden kondigt zich aan. Vlak daarvoor, bij net zo’n blauw bord begint Ameland.
“Ameland volg Stiens”.
Friese poëzie.

Vervolgens is het nog een heel eind. Door Leeuwarden, over het immens lelijke Europaplein, en verderop linksaf naar en langs Stiens. En dan het kralensnoer van dorpen: Hallum. Marrum. Blije. Ferwert. Holwerd.

Holwerd. Wie Holwerd zegt, zegt Ameland.
Eigenlijk is het al een beetje Ameland. Ik ga linksaf, met een slinger de dijk over. Dan: het lege niets, het einde van de wereld. De grote boten van Wagenborgen. Het ruikt naar de zee. In de verte lonkt het eiland.

We leggen aan. Ik rijd de pier op. De commercie van eettent de piraat en de firma Kiewiet die fietsen verhuurt. Een grote Volvo haalt me in, onder de open achterklep een fiets. Een simpel touwtje voorkomt dat de zaak losschiet. En dan slokt de strakke dijk de pier op. Hier begint Ameland echt. Maar waar is het eilandgevoel?

In de verte (is er een verte op een eiland?) de gele supermarkt uit Veghel. Hier ook al. Aan de andere kant staat een grote doos van de horecaboer Hanos. De vooruitgang van Nes: het is duidelijk waar het op het eiland om draait. Mijn blik dwaalt naar rechts en daar staat het oude huisje van de Amelander duivenvereniging. Grijze metalen hokken achter de vervallen ruitjes. Hier begint Ameland.

IMG_1559